Een kleine boswoning uit het begin van de vorige eeuw, gelegen op een landgoed in het Nationaal Park "De Drentse A", stond er verlaten en vervallen bij. Instorting dreigde. De eigenaar van de woning wilde het graag behouden maar gezien de beperkte grootte, wel uitbreiden. Om de architectuur en de intimiteit van de bestaande woning, genaamd "The Shelter", in tact te laten werd gedacht aan een uitbreiding ondergronds. Als voorwaarde werd gesteld dat de ondergrondse ruimten van veel daglicht werden voorzien en mooi zicht zouden bieden op het omringende bos.
DE UITBREIDING
Het oppervlak van de Shelter is niet meer dan 60 m2. Hierin bevindt zich de entrée, de woonkamer, de eetkeuken en een trap naar de zolder. In de uitbreiding ondergronds zijn drie slaapkamers, een badkamer, een toilet en een grote hal ondergebracht. Het totale bestaande oppervlak wordt hiermee verdubbeld. De uitbreiding is door een trappenhuis verbonden met The Shelter, maar heeft ook zijn eigen uitgang. Door het verborgen karakter van de uitbreiding heeft het de naam ''De Bunker'' gekregen.
ARCHITECTUUR en ONTWERP
Met de materialen en kleuren is aangesloten op de bestaande architectuur en het landschap. Omdat de muren van de Shelter zijn bepleisterd met kalkmortel en de uitbreiding een neutraal en eenvoudig voorkomen te geven, is er voor de uitbreiding gekozen voor schoonbeton. Dit materiaal heeft een basale uitstraling en er kan goed monolitisch mee worden ontworpen. Wel moet de kunst verstaan worden dat de ruwbouw tegelijk de afbouw is. Hiervoor komt het aan op de detaillering en de uitvoering van het beton. Technisch gezien is dit een ambachtskunst die verder gaat dan het normale bouwen.
Het daglicht ondergronds komt door een grote lichtkoepel tot midden in de centrale hal; daar waar het minste licht valt te verwachten straalt nu de zon. Door de twee volumes waar De Bunker uit is opgebouwd onder een hoek te plaatsen en uit de heuvel te laten steken, werd het mogelijk alle slaapkamers van een groot raam te voorzien. Dit maakt dat elke slaapkamer veel daglicht heeft en tevens een riant uitzicht op de natuur.
De hoek tussen de twee volumes geeft niet alleen vorm aan de hal maar maakt tegelijk korte metten met de rigiditeit van een ondergrondse bunker. De losse ordening van de volumes en de driehoekige hal vergroot de ruimtelijke werking van de kleine woning. Zowel in het interieur als in het exterieur is deze dynamische ordening te ervaren. De betonnen luifel over de twee volumes zorgt voor een soepele overgang tussen buiten en binnen. De ingang van De Bunker is dus als zodanig niet geaccentueerd.
De Bunker is geen traditioneel bouwwerk, het onderscheidt zich van The Shelter die dat wel is. Dit wordt nogeens onderstreept door de uitbreiding een eigen naam te geven. Dat The Shelter en De Bunker ondanks dat toch bij elkaar passen komt door de balans in materialen, kleur, sfeer maar vooral door de opstelling in de omgeving. Kortom, een symbiose die een tijdspanne van 100 jaar overbrugt.