Vraag van de opdrachtgever was “een centrale en fijne plek voor een grote eettafel om hier met de kinderen en kleinkinderen aan te kunnen zitten.
De aanbouw werd als eis meegegeven: veel daglicht en zicht op de tuin. Daarbij moest het geheel intiem worden gehouden, niet het gevoel van één grote ruimte, zodat het ook aangenaam is voor twee personen.
CONCEPT en ARCHITECTUUR
De structuur van de woning wordt gevormd door parallelle muurschijven die het geheel verdeeld in drie traveeën. Voor de aanbouw is deze structuur doorgezet met een vierde travee. Het uiterlijk van de aanbouw is ondergeschikt gemaakt aan de bestaande woning door te kiezen voor eigen materialen met een informeler voorkomen.
De zijgevel van de aanbouw is bekleed met zink-noir in horizontale banen en de kopse gevel in horizontale houten lamellen. Met de raamopeningen wordt er gereageerd op de verschillende positionering aan de tuin: een horizontale raamstrook aan de zijgrens van het kavel, een erkerraam aan de voortuin en openslaande tuindeuren naar het terras in de achtertuin. Een dakraam levert tenslotte nog daglicht van boven op.
Doordat voor de aanbouw de structuur van de woning is doorgezet en de horizontale zinkbanen van de gevel aansluiten op de ritmiek van het gebandeerde metselwerk is er coherentie in de architectuur. Het informeler voorkomen van de aanbouw geeft het een eigen karakter en een uitstraling van een tuinkamer. Het lijkt alsof het kavel er niet meer bebouwd door is geworden maar eerder ruimtelijker.
In samenwerking met Lia Kroon / bouwjaar '63